Raad in gesprek over toekomst starterslening

6 februari 2025

Het college van Hoorn vraagt de raad om mee te denken over de toekomst van de starterslening. De starterslening is bedoeld voor het ondersteunen van starters op de woningmarkt.

Het college van Hoorn vraagt de raad om mee te denken over de toekomst van de starterslening. De starterslening is bedoeld voor het ondersteunen van starters op de woningmarkt. Deze regeling bestaat al sinds 2003. Door de groeiende populariteit, stijgende rente en vervroegde aflossingen door starters stijgen de kosten van de regeling snel. Het college heeft verschillende opties uitgewerkt voor 2025. Het is nu aan de raad om te bepalen hoe zij om wil gaan met de starterslening.

Hoe werkt de starterslening?

De raad bepaalt ieder jaar hoeveel geld de gemeente Hoorn beschikbaar stelt voor de starterslening. Dat geld gaat naar een speciale spaarpot bij een organisatie die SVn heet. Vanuit die spaarpot worden de leningen betaald aan starters die een huis willen kopen. De starters betalen elke maand een stukje van hun lening terug, plus wat extra rente. Dat geld komt weer terug in de spaarpot en kan worden gebruikt voor nieuwe leningen. Om dit te kunnen doen, moet de gemeente zelf geld lenen bij een bank. Over die lening moet de gemeente ook rente betalen.

Aantal leningen enorm gestegen

De afgelopen jaren heeft de starterlening verschillende doelen gehad, zoals het laten doorstromen van huurders naar een eerste koopwoning. Sinds 2019 helpt de starterslening jongeren en jonge gezinnen om in Hoorn te blijven wonen. Ook maakt de lening het hen makkelijker om terug te verhuizen naar Hoorn. Het aantal uitgegeven startersleningen is mede daardoor enorm gestegen.

Vier opties voor starterslening in 2025

De meeste aanvragen komen van jonge mensen met een gemiddelde leeftijd van 28 jaar. In dat opzicht is de starterslening een succes. De andere kant is dat de starterslening de gemeente steeds meer kost. Dit komt doordat de rente sinds 2023 steeds verder stijgt. Sinds december 2024 is deze regeling daarom tijdelijk stilgelegd. Voor 2025 heeft het college naar verschillende mogelijkheden gekeken. Uitgangspunt is een goede balans tussen wat betaalbaar is en wat belangrijk is voor de samenleving.

Optie 1. Ongewijzigd beleid
Bij deze optie verandert er niets. De raad stelt hetzelfde budget beschikbaar als in 2024. Ook de voorwaarden voor starters blijven gelijk. Hierdoor kunnen er meer leningen aan starters verstrekt worden. Tegelijkertijd stijgen wel de rentelasten voor de gemeente, wat de financiële druk vergroot.

Optie 2. Beperking van het budget
Bij deze optie wordt het jaarlijkse budget beperkt tot €3 miljoen. Hierdoor kunnen minder leningen worden verstrekt, wat de kansen van starters op de woningmarkt iets kleiner maakt. Wel blijven de kosten voor de gemeente lager dan bij het huidige beleid.

Optie 3. Geen aanvullend budget
Nieuwe leningen worden alleen betaald van de terugbetalingen van bestaande leningen. Dit leidt tot een forse daling van het aantal nieuwe leningen, met in 2025 nog slechts 22 tot 43 verstrekte leningen. In 2024 waren dit er 150. De rentelasten blijven bestaan en kunnen oplopen tot €600.000 per jaar.

Optie 4. Stopzetten van de regeling
De gemeente stopt helemaal met het verstrekken van startersleningen. Het geld dat starters terugbetalen, komt terug naar de gemeente en wordt gebruikt om de schuld af te lossen. Dit is gunstig voor de gemeentefinanciën, maar gaat in tegen de afspraken uit het coalitieakkoord om starters te ondersteunen bij de aankoop van hun eerste woning.

Nieuwe voorwaarden

Naast het budget is het ook mogelijk om de voorwaarden te wijzigen. De raad kan sturen op voorwaarden, door bijvoorbeeld een maximale leeftijd in te stellen. Door dit te doen kunnen alleen jongere starters gebruik maken van de lening. Ook is het mogelijk om alleen woningen met een bepaalde prijs in aanmerking te laten komen. Dit helpt starters die de lening het meest nodig hebben. Ook kan de raad er voor kiezen om het maximale leenbedrag te verlagen, zodat meer starters worden geholpen.

Vervolg

De meningsvormende raadscommissie is op 25 februari 2025. Het college verwerkt daarna de reactie van de raad in een definitief voorstel. Dat voorstel gaat dit voorjaar naar de raad, die er dan een besluit over neemt.